1. Gerichte aandacht
Gedurende de hele dag wordt onze aandacht getrokken door allerlei prikkels; dingen die we zien, dingen die we horen, dingen die we denken, dingen die we voelen, etc.
Je zou kunnen zeggen dat onze aandacht normaal gesproken erg ‘ongericht’ is. We laten ons meevoeren in wat onze aandacht trekt en zijn ons daar meestal niet bewust van.
Als we mindfulness beoefenen, brengen we onze aandacht ‘gericht’ ergens naar toe. Dat wil zeggen dat we een bewuste intentie hebben om onze aandacht te richten. Mindfulness oefeningen helpen dus met focus.
2. Aandacht in het hier-en-nu
In de mindfulness richten we onze aandacht op het hier-en-nu, op het huidige moment. We richten onze aandacht dus niet op wat er in het verleden is gebeurd of wat er mogelijk in de toekomst gaat gebeuren, maar op onze ervaring van dít moment. Dwaal je af? Geen punt. Je begint gewoon weer opnieuw. Sommige mensen zeggen dat ze niet kunnen mediteren. Dat is een manier om het te vemijden. Echt iedereen kan zijn aandacht trainen. Je kunt het immers niet fout doen!
3. Niet (ver)oordelende aandacht
In het oefenen van mindfulness hebben we een open, niet veroordelende houding als we onze aandacht richten op de ervaring van dit moment. Als je oplet, zul je merken dat dit een van de moeilijkste aspecten is van de aandacht die we bij mindfulness oefenen. We zijn nu eenmaal gewend om onze ervaringen direct te beoordelen als ‘fijn’, ‘onaangenaam’, ‘mooi’, ‘lelijk’, ‘goed’, ‘slecht’, etc. Over het algemeen zijn we meer geneigd ons open te stellen voor aangename ervaringen dan voor onaangename ervaringen. In de mindfulness proberen we een open houding te hebben voor onze volledige ervaring zonder onderscheid te maken tussen aangename of onaangename ervaringen. Deze openheid gaat gepaard met een zekere vriendelijkheid en mildheid.